Nadat de Republiek Congo in 1960 toetrad tot de Verenigde Naties, werd het een nieuw speelveld in de koude oorlog. Zowel de Verenigde Staten als de Sovjet-Unie wilden - vanwege de rijkdom aan grondstoffen - grip krijgen op het land en de nieuwe premier Patrice Lumumba. Hij liet zich echter niet zo makkelijk voor een van beide karretjes spannen.
Deze zorgvuldige, tot in detail onderbouwde en tegelijk zeer energieke documentaire van de Belgische Johan Grimonprez laat zien hoe overheden en multinationals tijdens de koude oorlog samenspanden om legendarische jazzmuzikanten als Louis Armstrong en Dizzie Gillespie als dekmantel te gebruiken voor geheime operaties op het Afrikaanse continent, waaronder de moord op de Congolese premier. Een onthutsende, waargebeurde mix van neokolonialisme, geopolitiek en jazz, gelardeerd met talrijke fragmenten uit toespraken, nieuwsberichten en concertopnames.